­

We hebben iets...
voor jou en voor jou
en voor jou

agenda 5a

alle video's

livestream vieringen

jacqueline habetsOp 3 februari 1953 ben ik geboren in Heerlen, op de Molenberg. Ik ben het zesde kind uit een gezin van uiteindelijk acht kinderen. Mijn geboorteplaats was toen een welvarende stad in de groene heuvels van Oostelijk Zuid Limburg. De steenkolen­winning groeide en bloeide, op de waslijn buiten lag altijd een laagje roet. Het was er goed leven.

Totdat Den Uyl midden jaren zestig zijn toespraak hield: de regering had zich voorgenomen de mijnen te sluiten, we hadden nu immers aardgas. Mijn vader werkte op de accountantsafdeling maar kreeg even goed en zeer tegen zijn zin een vervroegd pensioen aangezegd. Ook al waren de financiële afkoopregelingen OK, hij voelde zich diep gekrenkt.

Geschiedenis
In 1970 mocht ik geschiedenis gaan studeren aan de Rijksuniversiteit Groningen. Daar was mijn vader trots op en bij mijn afstuderen helemaal! De keuze van mijn studie is ingegeven door mijn vader. Hij wist ontzettend veel en altijd wees hij me op allerlei bijzonderheden. "Kijk daar heb je de Pancratiuskerk, een hele oude kerk nog uit de middeleeuwen. Onthoud het goed, want ik vertel het je niet graag nog een keer!" Daarbij had hij een goed oog voor de schoonheid van kunst. Ik herinner me dat we samen keken naar Pierre Janssen op TV. En wat ik zowel van de wandelingen met mijn vader door Maastricht als later van mijn studie (kunst)geschiedenis heb geleerd is, de grote waardering voor schoonheid en de uitstraling van de oudheid, van monumenten en de geschiedenis van het geloof.
Het geloof is me met de paplepel ingegoten: het geloof was er gewoon, iedereen deed eraan mee, het gaf ritme en inhoud aan ieders leven, ook dat van mij. Het mooiste kerkelijk feest vond ik als kind het Paasfeest: dan was er een einde gekomen aan het vreselijke lijden van Jezus. Buiten begon het voorjaar, de klokken beierden en er waren gekleurde paaseieren om te zoeken.

Breuk
Maar helaas deed zich ook in het kerkelijk leven een breuk voor: het Tweede Vaticaans concilie, naar de opening waarvan we op school naar TV mochten kijken. Daarmee kwam een einde aan een vertrouwd leven. Soms was dat een opluchting. Ik hoefde niet meer te biechten, soms ook het einde van een activiteit waarop ik me zo verheugd had: de deelname aan de jaarlijkse processie waarin de meisjes van de zesde klas van de lagere school in lange blauwe jurken, met een gouden diadeem op het hoofd en een palmtak in de armen mochten meelopen.
Zolang ik thuis woonde en daarna ook alle keren dat ik een weekendje in Limburg was, hoorde de kerkgang erbij. In het Noorden echter ging ik alleen maar af en toe naar de kerk, vooral wanneer ik me schuldig voelde en ik het gevoel had dat 'iemand' op me lette. Maar ik vond er geen inspiratie in. Toen ik in 1995 in Marsdijk in Assen ging wonen, kwam er al gauw een aardige mevrouw bij me langs om me welkom te heten in de parochie in Assen. Ik ben bang dat ik toen zo ver was afgedwaald dat ik haar zoiets heb gezegd als: ik ga nooit meer naar de kerk!

Vastgegroeid
Mijn belangstelling voor het kerkelijk leven, voor het geloof en voor God, ben ik echter nooit kwijtgeraakt. Het geloof is in mij vastgegroeid, maar bleef eenzijdig en theoretisch van aard.
Wat me de weg terug naar het actieve lidmaatschap heeft helpen vinden, is het besluit te gaan zingen in de Schola Gregoriana onder leiding van Arnold den Teuling. De betekenis en herkomst van al die teksten bleven me fascineren. De leer van de katholieke kerk, die al zo oud is, zo veel goeds heeft voorgebracht maar ook talloze stormen heeft doorstaan en toch al zoveel eeuwen stand houdt, dat moet een geloof van waarde zijn.
Ik werd me bewust van de kostbaarheid van die erfenis, letterlijk en figuurlijk. En voor de wekelijkse repetities van de schola bleef nota bene de verwarming aan. Ik besloot iets terug te doen voor de parochie. Het liefst word ik gevraagd natuurlijk, maar in dit geval ben ik zelf op iemand afgestapt.
Dat bleek Ciska te zijn en die stelde me voor aan Gerard Klein Koerkamp. Door hem werd ik gevraagd verslag te leggen van de vergaderingen van het oude parochiebestuur. En zo komt het dat ik de parochie beter leerde kennen. Hoe de parochiegemeenschap reilt en zeilt, wat een groep mensen kan bereiken in vriendschappelijke samenwerking.

Inspirerend
Ik voel me nu thuis bij de parochiegemeenschap hier in Assen en ik ga graag naar de vieringen toe. Zingen is dubbel bidden, dat geldt althans voor mij. Niet meer in het latijn op oude wijzen, maar met het Liedboek in de hand. Dat is voor mij buitengewoon inspirerend. Ik maak nu deel uit van een kleine gemeenschap in Assen, van een nog steeds grote gemeenschap in Nederland en van een wereldkerk. Ik noem me zelf rooms-katholiek.

­