De vorige keer hadden we het over de plebaan, vandaag wil ik de patriarch bespreken. Het fijne is dat patriarch afstamt van twee Griekse woorden, te weten πατήρ (Latijn 'pater') 'vader' en ἄρχων (Latijn 'archon') 'leider' of 'heerser'.
Er bestaat ook een vrouwelijke vorm van deze 'functie; de matriarch. Maar binnen Kerken is er vooral sprake van patriarchen en dan zijn het geestelijke leiders of geestelijke vaders.
Inhoudelijk past de beschrijving 'oude wijze man' ook erg goed, een oude wijze man binnen het geloof.
De patriarch komt binnen veel geloofsstromen voor. Binnen het Jodendom staat het gelijk met de aartsvaders, Abraham, Isaak en Jacob.
In het christendom is een patriarch een (aarts)bisschop met volmachten voor een groot kerkelijk gebied. De bisschoppen van Alexandrië (Egypte), Antiochië (Syrië) en Rome (het Westen) worden vanouds als patriarchen erkend. Later krijgen de bisdommen van Constantinopel - in 381 als toenmalig machtscentrum van het Oost-Romeinse Rijk - en van Jeruzalem - in 451 als de stad waar Christus gekruisigd, gestorven en verrezen is - eveneens de benaming van patriarchaat.
Na de breuk van het Oost- en het West-Romeinse Rijk komt ook de breuk in de oosterse en de westerse Kerken. In het westerse deel zijn er weinig patriarchaten over. In het oosterse deel veel meer. In het Rooms-Katholieke deel slechts het Latijns patriarchaat van Jeruzalem en de patriarchaten van Lissabon en Venetië.
Paul Spoormans