Als gelovigen leven we van de hoop. Dat is een zin die je de laatste tijd veel hoort. Eerlijk gezegd was het een zin die we voor de pandemie niet zoveel hoorden. Natuurlijk omschrijft die zin ons gelovig vertrouwen dat er altijd toekomst voor ons is. Het vertrouwen en de hoop dat God met ons is, wat er ook gebeurt. Maar het op deze manier uitspreken? Nee, dat hoorde je niet zoveel. Zeker niet onder katholieken. Maar ik merk dat steeds meer mensen het zeggen. En zelfs wanneer je het tegen niet-gelovigen zegt, knikken ze vaak instemmend.
Hoe komt dat toch? Misschien heeft het iets te maken met de behoefte van ons allemaal aan een sprankje licht aan het einde van de tunnel. De tunnel die “pandemie” heet; de tunnel die ons doen en laten in deze tijd bepaalt. We willen zo graag dat het weer beter gaat! We willen het zo graag! De terugslag in december raakte ons hard. Ook als kerk. We hadden ons verheugd op mooie kerstvieringen met veel meer mensen dan vorig jaar.
Het viel me op dat de tegenslag zonder morren werd geïncasseerd. We pasten ons snel aan… Sommige collega’s maakten van de nood een deugd en hielden vieringen om 5.00 uur ’s morgens: de oude dageraadsmis. Dat is echt voor de ware doorzetters. Als avond- en nachtmens is dat niets voor mij…
We blijken veerkrachtig te zijn; sterker dan we soms denken. We proberen er het beste van te maken. De één wordt uiteraard zwaarder getroffen dan de ander. Je zult maar middenstander zijn met een zaak in lockdown. Zo zijn er veel voorbeelden te noemen.
Toen ik mijn boosterprik ging halen in december, stond ik met heel veel mensen buiten te wachten in de vrieskou voor de hal. Mensen waren met elkaar aan het praten en probeerden er de moed in te houden. Er hing een sfeer van: we zullen het toch samen moeten doen.
We leven van de hoop. Hoop doet leven. In tijden van tegenslag blijken die woorden opeens een echte lading te krijgen. Oude geloofswoorden komen boven drijven. We grijpen ernaar, als naar een reddingsboei. Dat lijkt misschien overdreven, maar ik denk dat het echt zo is. Zonder hoop is alles verloren. “Hoop” hoort bij de trits: Geloof, hoop en liefde. Die andere twee woorden horen er wel echt bij. Laten we dat ook niet vergeten.
Pastor Agaath Erich