Wie gewoon is per trein te reizen, weet dat er stiltecoupés bestaan. Deze afgeschermde ruimtes worden gebruikt door mensen die tijdens hun reis door willen werken. Je ziet dat ze driftig hun vergaderstukken aan het doornemen zijn of dat ze bezig zijn via hun laptop. Maar de stilte in dit soort coupés wordt nogal eens verstoord. Er zijn genoeg mensen die zich niets aantrekken van de geboden stilte. Luidruchtig worden er telefoongesprekken over al dan niet onbenullige kwesties gevoerd en soms staat de muziek van de I-pad of de I-phone zo hard dat het ook mensen bereikt voor wie die muziek oorspronkelijk niet is bedoeld.
Stilte kan weldadig zijn. Na een dag hard werken in een lawaaiige omgeving zijn er veel mensen die even helemaal niks willen, en vooral geen geluid. In stilte krijg je gelegenheid te herademen. In de stilte kom je weer tot jezelf. Je komt er achter dat er nog iets anders is dan gerucht en lawaai. In stilte openen zich nieuwe horizonten. Alles wat bij jou naar binnengekomen is gedurende de dag, heeft nu tijd zich te ordenen en herordenen.
Aan het begin van psalm 65 zingt de psalmist God ‘die op de Sion woont’ toe: ‘U gewijd zij stilte en lofzang’. Leg je een aantal bijbelvertalingen naast elkaar, dan merk je dat de stilte facultatief is. In sommige vertalingen wordt die stilte genoemd, terwijl hij in andere vertalingen is weggevallen. Een mooie gedachte dat stilte te maken heeft met de lof die wij God toezingen. Naast al onze woorden en daden, kunnen we God blijkbaar ook eren met stilte.
Stilte. Het kan heel stil zijn om je heen, maar binnen in je kan van alles aan de hand zijn. Een mens kan last hebben van wat ik dan noem ‘woelingen’. Je wordt geplaagd door allerhande gedachten en gevoelens. In jezelf heb je te maken met een wirwar van dingen waar je nog niet mee klaar bent. Wat nog niet een vaste plek in je leven heeft gekregen, laat dan zijn geldingskracht nog eens extra voelen. Vaak mag een mens ervaren dat die woelingen niet eeuwig duren. Na je een flinke tijd geplaagd te hebben, verlaten ze je weer. En dan krijgen rust en innerlijke stilte weer hun plaats.
Toen de profeet Elia – op de vlucht voor koningin Izebel - op de Horeb was, was een ontmoeting met God aanstaande. Ik denk niet dat Elia zich goed kon voorstellen hoe zo’n ontmoeting zou verlopen. Je zou denken dat God zich laat kennen in grootse natuurverschijnselen. Hij zal zich toch wel laten ontmoeten in een geweldige storm of in een aardbeving of in vuur. Maar dat is allemaal niet het geval. God laat zich aan Elia kennen in het ‘suizen van een zachte bries’. Blijkbaar is er in stilte voor God ruimte genoeg.
Laten wij het wel eens helemaal stil worden om ons heen? Als je niet aan de stilte bent gewend, dan is dat moeilijk. Je merkt hoe gehecht je bent aan het geluid om je heen, maar ook aan alles wat je bezighoudt en aan je werkzaamheden. Probeer het maar eens stil te laten worden en alles waar je je in het dagelijkse leven aan vasthoudt, komt in je naar boven. Lastig is het om dat in de stilte allemaal eens even aan de kant te zetten. Even niet denken aan alles wat je nog moet doen. Even niet denken aan je verdriet en je teleurstellingen. Gewoon er-zijn in de stilte en daarin God ruimte aanbieden.
In een christelijk gezang uit de vierde eeuw komen we de gedachte tegen dat de geboorte van Jezus in Bethlehem plaatshad in de diepste stilte. Zijn komst in deze wereld werd omgeven door stilte. Of dit historisch ook zo is geweest, is natuurlijk niet meer na te gaan. Toch is deze gedachte de moeite van het overdenken waard. God kan blijkbaar alleen daar mens worden, waar er plaats voor Hem is gemaakt.
Mensen zijn vol van hun ambities en plannen. Van alles willen ze in hun leven realiseren en vaak denken ze dat ze heel wat zijn. Dat is typisch menselijk: zo is de mens nu eenmaal. Maar willen we God aan het woord laten in ons leven, dan is het zaak dat allemaal eens naar het tweede plan te schuiven. In de stilte laten we het in ons leven leeg worden. Alles wat niet-God is, daaraan besteden we dan geen aandacht meer. Dan wordt het echt stil en misschien, heel misschien ontmoeten we daar in die diepste stilte van ons hart God zelf.