Onlangs werden mij foto’s toegestuurd van mishandelde dieren. Het schijnt meer voor te komen dan we denken. Dat is trouwens met meer zaken zo. Kindermishandeling is in corona-tijd ook toegenomen. Evenals ouderenmishandeling! ‘Dit moet jij betalen, pa, anders kunnen we je niet meer komen opzoeken’. Er is heel wat leed achter de voordeur.
Eerbied voor de schepping betekent ook eerbied voor dieren. Er zijn dieren die onder onze verantwoordelijkheid vallen: huisdieren en dieren op boerderijen, in dierentuinen en onderzoekslaboratoria. “Dieren nutteloos laten lijden of hun leven verspillen is in strijd met de menselijke waardigheid” (Catechismus van de Katholieke Kerk, nr. 2418). Wij dienen dieren goed te behandelen. Dat betekent niet dat we geen dieren mogen houden in stallen of hokken, en geen vlees mogen eten. Het gaat erom dat we ze niet mishandelen. Paus Franciscus onderstreept deze samenhang tussen het omgaan met mensen en dieren als volgt: “Het is ook waar dat onverschilligheid of wreedheid tegen de andere schepselen van deze wereld [dieren] uiteindelijk altijd op de een of andere manier wordt overgedragen op de wijze waarop wij andere mensen behandelen” (Laudato sí, nr. 92). De wijze waarop wij met dieren omgaan, zegt iets over de wijze van omgaan met onze medemensen.
We hoeven met dieren niet om te gaan zoals met mensen. Het zijn dieren. We mogen ook van dieren houden, maar ze kunnen nooit het menselijke contact vervangen. Toen God voor Adam de dieren schiep, vond hij in hen niet de hulp die bij hem paste (Genesis 2,20). Adam had Eva nodig als een gelijkwaardig schepsel dat met hem kon communiceren op hetzelfde niveau en gelijkelijk van hem kon houden.
Respectvol omgaan met de schepping, betekent dat we ook goed met dieren omgaan. We maken van hen geen nutteloos gebruik. We geven hen voldoende te eten en goede en droge huisvesting. En geen mishandelingen. Als we zo met dieren omgaan eren we de Maker van dit alles.
Ron van den Hout
bisschop van Groningen – Leeuwarden