Door de minister is bij de Tweede Kamer een wetswijziging ingediend. Het moet gemakkelijker worden om in de burgerlijke basisadministratie ‘man’ door ‘vrouw’ (of omgekeerd) te vervangen. Het is niet langer nodig om een psycholoog of arts te raadplegen die een verklaring afgeeft. Het is ook niet nodig om fysiek in transitie te gaan (je geslacht operatief te laten veranderen). Het enige criterium is een duurzame overtuiging tot het andere geslacht te behoren dan je lichaam laat zien.
Er is over dit onderwerp weinig publiek debat en dat begrijp ik. Het gaat altijd over concrete personen. Misschien kent u wel iemand. En we willen elkaar niet kwetsen. Toch is deze wetswijziging niet zomaar iets. Ik vraag me af of de gevolgen op langere termijn en de gevolgen voor de meerderheid van de bevolking wel worden overzien.
Het enige objectieve criterium om te bepalen of je man of vrouw bent is het lichamelijk geslacht. Afgezien van mensen die kenmerken hebben van beide geslachten (een zeldzaamheid en tot nog toe als onwenselijk beschouwd) is het geslacht bij de geboorte lichamelijk te zien. Dit objectieve criterium wordt opgeofferd aan het zelfbeschikkingsrecht van het individu.
De gevoelens die iemand heeft en het karakter van iemand is niet zwart-wit. Om het maar gemakkelijk te zeggen: er zijn mannen met een vrouwelijke uitstraling en vrouwen met een mannelijke uitstraling. Dat is altijd zo geweest. Als het over ‘gender’ gaat is het niet zwart-wit. Maar met de wetswijziging nu wordt ook het objectieve lichamelijke criterium losgelaten. Dat betekent eigenlijk dat we niet meer in man-vrouw kunnen denken. Dat wordt non-binair genoemd.
Ik raak in de war. Ik vind de woorden op de eerste bladzijde van de Bijbel ineens heel providentieel: ‘God schiep de mens als zijn beeld; als het beeld van God schiep Hij hem. Mannelijk en vrouwelijk schiep God hen” (Genesis 1,27). God zouden we non-binair kunnen noemen, maar de mens toch niet?
Ron van den Hout
bisschop van Groningen – Leeuwarden